Fronteers — vakvereniging voor front-end developers

Acteurs, schilders en technici

Wat doet de moderne front-ender van nu tegenwoordig anno 2011? Hij is een acteur-schilder-technicus.

Als ze me vragen wat ik doe, zeg ik: “Ik maak websites.” Dat snapt m’n oma van 90 en dat snapt m’n dochter van 9. Want iedereen weet tegenwoordig wat een website is en wat je er ongeveer van kunt verwachten. De magie van een eigen website hebben is helemaal voorbij.

Je hebt drie rollen als front-ender: acteur, schilder en technicus.

De acteur

Je hebt het inlevingsvermogen nodig van een acteur. Wie zich niet in kan leven in zijn klant en zijn doelgroep is geen goede front-ender. Dit inleven vereist begrijpen wat je klant verwacht, meedenken met je klant en het vereist inleven in de uiteindelijke gebruikers van je website. Voor wie dacht dat het niet de moeite waard is om over toegankelijke websites na te denken:

Nederland heeft zo'n 16.7 miljoen inwoners. In deze samenleving leven 238.000 slechtzienden. 78.000 blinden, 700.000 kleurenblinden, 1.300.000 slechthorenden en doven en 1.500.000 lichamelijk gehandicapten. En ten slotte zijn er 825.000 dyslectici en 1.500.000 laaggeletterenden. Dat zijn bij elkaar ruim 4.000.000 Nederlanders met 'een' beperking! (bron: toegankelijkheid van websites: mythe of noodzaak)

Veel mensen denken bij accessibility aan blinden en slechtzienden of aan gehandicapten. Onzin dus. Accessibility gaat bijvoorbeeld ook om begrijpelijke teksten op je website. Vermijd jargon; gebruik bijvoorbeeld niet 'authenticatiecode', maar 'inlogcode'. Dat is veel begrijpelijker. Realiseer je dat je je niet kunt inleven in elke mogelijke gebruiker van je website, maar probeer wel telkens te blijven kijken naar je werk met de ogen van Mien, Frederik of Latif. Want waarschijnlijk komen zij ook op je site. Je maakt het voor de bühne, voor het applaus.

De schilder

Ik wil graag mooie dingen maken. Webdesign was vroeger het favoriete tijdverdrijf van designers. Dat pikken we nu langzaam maar zeker van ze af. Wie de komende jaren nog ambities heeft om mooie websites te maken heeft niet meer voldoende aan kennis van Photoshop; het liefst moet hij ontwerpen in de browser. Ik merk dat ik ontwerpers steeds meer moet laten nadenken over de eindeloze mogelijkheden van het web. Je ontwerper komt niet meer weg met alleen een ontwerp voor een pagina van 960px breed. Of met platte plaatjes zonder dat hij nagedacht heeft over interactie. Je moet de taal en de verschillende verschijningsvormen van het web begrijpen. Je hebt te maken met schermgroottes, verschillende devices, verschillende browsers. De front-ender van nu moet meedenken over de mogelijkheden die CSS, responsive webdesign en complexe interacties bieden.

Eerder heb ik al eens geschreven over hoe ik het ideale ontwerpproces zie. Stap voor stap: via schetsen naar mockups en verder naar al dan niet klikbare prototypes. Je rol daarin is niet die van stille uitvoerder.

Stijn Janssen had het al over ‘slicers’. Dat zijn we niet meer. We plamuren geen websites meer dicht met plaatjes en 'spacer.gif'. We kunnen en moeten meedenken over design. We hebben een mening over de leesbaarheid van websites (zei je 'make the logo bigger?' Ik zeg: 'groot is leesbaar'). Je photoshopper heeft een mooie foto uitgekozen als background-image. Leuk, maar wat zijn daarvan de consequenties op bepaalde schermen? Wat zijn de mogelijkheden voor afwijkende lettertypen?

Je bent creatief en je kent het medium. Denk mee, schets mee, schrijf mee.

De technicus

Tegelijkertijd blijven we codekloppers die kunnen mierenneuken over de ideale editor. Je moet de techniek van CSS, HTML en sommige scripttalen snappen. Je moet uit kunnen leggen wat het verschil is tussen <div>, <span> en <section> is. Dat is techniek, je gereedschap. Dat zijn de blokken waarmee je bouwt. Je moet een betweter zijn, een priechelaar, een speurneus. Je weet wanneer je welke technieken wel of niet kunt gebruiken.

Dus.

Nog even en ik kan zeggen dat ik een acteur-schilder-technicus ben. En dat iemand dan zegt: "Ah, dus je maakt dus websites?"

Overigens ben ik van mening dat er meer vrouwen aan de front-end moeten komen! En dat InDesign alleen gebruikt mag worden voor het layouten van foldertjes.

Reacties

1 Jaco Koster op 05-12-2011 om 00:53 uur:
Goed verhaal, ik ben lang geleden gestopt met zeggen dat ik websites bouw, ik doe veel meer dan dat.

Waar ik in "het veld" veel tegenaan loop zijn precies de mensen die je hierboven beschrijft, de frontend-artiesten, Niet dat ik iets tegen heb, maar er is nog een andere kant aan frontend-ontwikkeling. Javascript. Héél véél javascript. Met de komst van de grote platformen, AJAX, Jquery, etc, is een groot deel van de functionaliteit naar de voorkant verplaatst. En dat betekent dat een ontwikkelaar ineens ook kennis moet hebben van browsers, toegankelijkheid en de andere zaken die hierboven staan. En dat gaat de meeste ontwikkelaars, maar ook de designers, de pet te boven.

We leven in een wereld van frontend-designers en frontend-developers. Ondanks dat deze twee soorten specialisten veel "common ground" hebben, zijn ze specialist op een deelgebied. Vraag mij niet om knopje te maken, even een betere layout te bedenken of de achtergrond "mooier" te maken. Een jQuery plugin schrijven, in ouderwets javascript object oriented aan de slag gaan of anderhalf jaar aan een applicatie bouwen voor een grote klant met ruim 2600 regels javascript? Bring. it. on.

Ik ben een frontend-developer met kennis van databases, backend-talen, hardware, servers, performance-optimalisatie en HTML, CSS.

De grote vraag is: Ben je een frontend-artiest of een frontend-technicus?
2 Paul van Buuren op 05-12-2011 om 09:59 uur:
@jacokoster Het Grote Antwoord is (voor mij): geen van de twee en allebei tegelijk. Kiezen is nooit mijn sterkste kant geweest.
3 Bart Vandebeek op 07-12-2011 om 10:12 uur:
jammer genoeg kom ik nog veel te vaak tegen dat die acteur een slechte acteur is, eerder Bollywood ipv. Hollywood en dat die schilder eigenlijk een schilder is die best alleen de muren van ons huis had geschilderd ipv. ons familieportet.

Er zijn uitzonderingen, maar die tel ik vaak maar op 1 hand

Een titel waar ik wel mee akkoord zou gegaan zijn: Mede-scenaristen en creatieve techneuten
Plaats een reactie