Enige tijd geleden is een Europese standaard voor de toegankelijkheid van ICT-producten en -diensten ontwikkeld. Deze standaard is op veel punten breder dan de webrichtlijnen, maar bevat net als de webrichtlijnen heel WCAG 2. Het Forum Standaardisatie is een procedure gestart om de verplichting (op overheidswebsites) voor het gebruik van de Webrichtlijnen te vervangen met de verplichting voor het gebruik van de nieuwe Europese standaard.
Een punt waar de webrichtlijnen verder gaan dan de nieuwe Europese standaard, is op het gebied van waarborgen van "bouwkwaliteit", samengevat in het "Principe Universeel". In dit principe worden fundamentale best practices op het gebied van website-bouw verenigd:
- Semantisch: Pas technologieën voor webcontent op betekenisvolle wijze toe
- Gescheiden: Scheid content van presentatie en van gedrag
- Bouw gelaagd: Borg de beschikbaarheid van basiscontent en -functionaliteit
- Foutmeldingen: Zorg voor bruikbare foutmeldingen
- Formulieren: Maak formulieren optimaal bruikbaar
- Meertaligheid: Maak anderstalige content eenvoudig bereikbaar
- Geneste weergavekaders: Sluit niemand uit bij het aanbieden van content middels geneste weergavekaders
- Identificatie van tekens en symbolen: Specificeer karaktercodering
- Openheid: Veroorzaak geen belemmeringen bij de creatie, publicatie en uitwisseling van content
- URI's: URI's dienen duidelijk, uniek en duurzaam te zijn
Het Forum Standaardisatie heeft een intakeadvies (PDF) geschreven, waarin wordt uitgelegd dat dit Principe Universeel niet als "extra laag" bovenop de Europese standaard kan worden gelegd, dus naar een zelfstandige standaard afgesplitst moet worden. Vervolgens wordt aangeraden om deze nieuwe standaard niet de huidige status "verplicht" ("pas toe of leg uit") te geven, maar om dit te verlichten naar "aanbevolen", omdat deze criteria "onnodig verzwarend werken".
Twee relevante quotes vanuit het intakeadvies:
Het verminderen van de verplicht toe te passen richtlijnen en criteria, komt tegemoet aan de in de praktijk veel geuite klacht dat er ‘zoveel criteria’ moeten worden toegepast. Naar alle waarschijnlijkheid kan dit ook op instemming rekenen van belangenorganisaties. Deze hebben eerder aangegeven dat de extra eisen voor bouwkwaliteit onnodig verzwarend werken op de implementatie van de toegankelijkheidseisen en gepleit om de verplichting te beperken.
De praktijk laat zien dat de bouwkosten van een website die aan de Webrichtlijnen versie 2 voldoet niet of niet substantieel hoger zijn. De verwachting is dat hetzelfde geldt voor EN 301 549. De inspanning om hieraan te voldoen is daarmee niet veel groter. Dit is mede afhankelijk van de deskundigheid van de ingehuurde ontwikkelaars en hoe de kwaliteitszorg is ingericht. De exploitatie-kosten van een website die aan de Webrichtlijnen voldoet zijn lager dankzij minder complexiteit, eenvoudiger onderhoud en de mogelijkheid om content te hergebruiken.
Fronteers is uitgenodigd om op 7 juli aanwezig te zijn bij een expertbijeenkomst over dit onderwerp, waarbij Janita Top ons zal vertegenwoordigen. In een eerste inventarisatie zijn wij van mening dat het een slechte zaak zou zijn om het Principe Universeel zo te laten degraderen. Wij als professionele front-end ontwikkelaars zien deze criteria helemaal niet als verzwarend, maar juist als een beschrijving van minimale kwaliteit. Fronteers-leden die bij overheidsorganisaties betrokken zijn merken dat het juist de regels uit Principe Universeel zijn waarop evident broddelwerk van externe leveranciers kan worden afgekeurd. Ook het punt over de exploitatie-kosten uit het intakeadvies komt naar ons inziens voornamelijk voort uit de punten van het Principe Universeel, niet uit de WCAG 2 regels.
We horen graag van onze leden of jullie het eens zijn met dit standpunt, alsmede mogelijke argumenten om aan Janita mee te geven naar de expertbijeenkomst om het belang van het verplicht houden van deze richtlijn mee te kunnen beargumenteren.