Op donderdag 14 en vrijdag 15 juni vindt in het Compagnietheater in Amsterdam het congres CSS Day plaats. Net als de afgelopen twee jaar bestaat het congres nu uit twee dagen: een UX Special op de donderdag, en een 'gewone' CSS Day op de vrijdag.
Fronteers-leden krijgen met een mailtje naar het bestuur korting op beide: 25 euro op een eendagsticket, of 50 euro op een ticket voor beide dagen. Ook hebben we voor leden korting voor de workshops geregeld!
Web Conferences Amsterdam, het team achter dit congres, is mede opgericht door Fronteers-oprichter en spreker Peter-Paul Koch. CSS Day gaat nu haar tweede lustrum in, hoog tijd om eens met PPK bij te praten!
FRONTEERS: PPK, samen met Krijn Hoetmer en Martijn van Duuren organiseer je dit jaar alweer voor de zesde keer CSS Day. Dit is maar liefst het zeventiende congres dat jullie als Web Conferences Amsterdam organiseren sinds 2011. Wat houdt jullie gemotiveerd om dit te doen?
PPK: 17e? Wow. Ik had het niet zo door, maar ik heb net geteld en je hebt gelijk. Met performance.now() erbij komt het dus op 18.
Mijn oorspronkelijke idee was simpel:
- Ik had wat ervaring opgedaan met Fronteers 2008 en 2009, en Krijn daarnaast nog met Fronteers 2010
- Het mobiele web stond destijds op uitbarsten, en er was nog geen dedicated congres voor.
- Ik zag een mogelijkheid om wat extra inkomen te verdienen met zo'n congres.
Dus heb ik Krijn en Stephen Hay uitgenodigd om mee te doen, en zijn we met Mobilism 2011 van start gegaan. Dat was het juiste congres op de juiste tijd, en het was een paar jaar zeer succesvol. Toen kwam er echter de klad in, voornamelijk doordat mobiel mainstream ging, en er geen speciale congressen meer voor nodig waren. Ook ging Stephen van freelance naar een vaste baan, en viel hij uit.
Intussen hadden we echter Adobe PhoneGap als klant gekregen voor hun jaarlijkse EU-congres, en was Krijn op het lumineuze idee van CSS Day gekomen. Dus gingen we vrolijk zonder Mobilism verder.
Qua motivatie: het is eigenlijk niet zo moeilijk. We hebben het grote voordeel dat we, net zoals het Fronteers-congres, een draaiboek hebben dat we voor elk congres kunnen gebruiken. Derhalve is een nieuwe editie van een bestaand congres een kwestie van een paar belletjes en mailtjes, en iedereen staat weer voor ons klaar. Wel moeten we zelf nog sprekers en marketing doen, en dat heeft wat meer voeten in de aarde, maar we kunnen ons hier helemaal op concentreren.
Een nieuw congres opzetten kost meer werk, omdat we een helder concept moeten hebben, alsmede een nieuwe huisstijl, een nieuwe site, een nieuw Twitter-account en wellicht een nieuwe tone-of-voice. Maar opnieuw, locatie, kaartverkoopsysteem, techniek, catering en wifi staan klaar, en daar hoeven we weinig aan te doen.
En het is erg leuk een eigen line-up te verzinnen, zoals iedereen die in de Fronteers congrescommissie heeft gezeten, weet. Tenslotte zijn al onze congressen commercieel, waardoor we sprekers kunnen betalen en er zelf ook wat aan overhouden.
En toen we een beetje uitgekeken begonnen te raken op het CSS Day-concept, besloten we het met een dag uit te breiden waarop een ander onderwerp besproken werd. Ook dat was een succes, en we denken dat we met de combinatie van UX en CSS nu de juiste vorm hebben gevonden.
FRONTEERS: Welk proces maken jullie door in de selectie van sprekers?
PPK: Een paar lijstjes, veel warrige discussies, en dan nemen we ad-hoc beslissingen als het echt moet. Het helpt dat alleen Krijn en ik hierbij betrokken zijn, waarbij Krijn meestal voor de nieuwe, onbekende namen gaat en ik voor de gevestigde namen die voor wat kaartverkoop zorgen. We hebben beide nodig voor een succesvol congres, dus ons proces werkt eigenlijk prima. We zijn het niet altijd eens, maar, zoals een voormalige werkgever van me zei, "zonder wrijving geen glans."
Alleen bij performance.now() hebben we het gros van de sprekerselectie overgedaan aan Steve Souders en Tim Kadlec, omdat zij de performance-wereld veel beter kennen dan wij. We hebben nog steeds een stem in het kapittel, maar Steve en Tim nemen het voortouw. Dat is best leuk voor de verandering.
FRONTEERS: Jullie hebben ook een nieuw congres op stapel staan- performance.now(), kun je daar iets meer over vertellen? Hoe lang zijn jullie daar 'stiekem' mee bezig geweest?
PPK: Het zaadje werd geplant toen Tim Kadlec in mei 2017 een nacht in Amsterdam moest doorbrengen wegens complexe vliegtuigconnecties, en we gingen eten. Hij vertelde me toen dat O'Reilly flinke wijzigingen had doorgevoerd. De performance-track van Velocity, die ze jarenlang in Europa en Amerika hadden gedraaid en waarvan Steve Souders program chair was, bleek te worden overgeheveld naar Fluent, en de Europese editie van Fluent werd afgeschaft. Ergo: op de Europese markt kwam ruimte vrij voor een performance-congres. Dus als we daar iets mee wilden doen...
We hebben hier een tijdje over nagedacht, en besloten in september het te doen. We hebben toen Steve en Tim gevraagd om ons te helpen, en zei zeiden beide Ja. Toen kwam er een hoop geharrewar over de datum, omdat Tim en Steve ons wisten te vertellen dat er in mei een ander performance-congres in Londen zou plaatsvinden. Mei viel dus af, en juni wegens CSS Day, en oktober wegens Fronteers, en september omdat het Compagnietheater alleen beschikbaar was tijdens de IBC, als hotelprijzen in Amsterdam de pan uit rijzen, als je al iets kunt krijgen (zie ook Fronteers 2008). Dus: november.
Toen hebben we Steve en Tim verzocht lijsten met sprekers te maken, en hebben we er een aantal aangezocht. We hebben Hidde ingehuurd voor het grafisch ontwerp, en een paar dagen geleden besloten we dat het tijd was. Dus performance.now() is on, 8-9 november, Amsterdam.
FRONTEERS: Wat is iets waar jullie het meest trots op zijn in de afgelopen jaren dat jullie evenementen organiseren?
PPK: Eigenlijk het feit dat het concept dat we in 2010 hebben opgesteld, nog steeds heel redelijk werkt. Te weten: zelf de line-up vaststellen aan de hand van de onderwerpen die we besproken willen hebben (en we hebben tot nu toe 120 unieke sprekers naar Amsterdam gehaald), opbouw van een vast klantenbestand, geen invloed van sponsoren (of recruiters - brrrr) op de inhoud, en een kaartprijs die onze doelgroep bereid is te betalen en die ons ook in staat stelt het desnoods zonder sponsors te redden.
FRONTEERS: Peter-Paul, je hebt aan de wieg gestaan van Fronteers, de vakvereniging, en je hebt je wel eens kritisch uitgelaten over de focus op Javascript-frameworks. Dekt volgens jou de titel 'frontend developer' de lading nog wel?
PPK: Goeie vraag. Kort antwoord: ik weet het niet.
Lang antwoord: ik denk dat er een splitsing gaande is tussen heavy-duty JavaScripters aan de ene kant, en meer traditionele HTML/CSS/JavaScript web developers aan de andere kant. Wie van de twee groepen mag zich "de echte front-ender" noemen? Ik heb wel een mening, maar anderen zullen een andere mening hebben.
Wat mij betreft is het gevaarlijkste aspect van de huidige framework-rage het feit dat front-end developers het zicht verliezen op de platforms waarop hun software draait: de browsers. Zeker, vele problemen zijn verdwenen dankzij de noeste arbeid van de browsermakers zelf, en sommige andere worden efficiƫnt opgelost door de frameworks. Maar als je nu als moderne JavaScripter een van de weinige overgebleven browser bugs tegenkomt, heb je geen flauw idee wat je moet doen. Dat kan een probleem zijn.
Tevens lijkt het er op dat de heavy-duty JavaScripters CSS niet meer begrijpen, en wellicht zelfs niet meer willen begrijpen. Hier wil ik iets aan doen, al weet ik nog niet precies wat.
Een splitsing tussen JavaScripters enerzijds en HTML/CSS/JavaScripters anderzijds is eerder voorgekomen. Rond de dot.bust van 2001 gebeurde hetzelfde, toen de CSS-adepten zich afkeerden van de hysterische hoeveelheden JavaScript die toen in de mode waren (en in Netscape 4 moesten werken!) en die geschreven werden door back-enders die ineens ook front-end moesten doen. Uiteindelijk is die ronde glansrijk gewonnen door de HTML/CSS/JavaScripters, al kwam JavaScript een paar jaar in het verdomhoekje terecht - eigenlijk tot aan de release van jQuery in 2006.
Dat wil niet zeggen dat deze keer hetzelfde zal gebeuren. De context is heel anders, en de huidige frameworks zijn niet te vergelijken met de rommelige, Netscape 4-compatibile DHTML-libraries uit 2000. Bovendien zijn er veel minder browserproblemen dan toen - de moderne front-ender heeft het maar makkelijk.
Ik weet niet wat er verder gaat gebeuren, maar ik denk wel dat iedereen die zich met front-end bezighoudt, zichzelf de vraag moet stellen tot welke groep hij of zij eigenlijk behoort of wil behoren.